Iedereen moet werken om geld te verdienen, zowel muzikanten alsmede zakenmensen. Het vervelende is dat de meeste mensen vooringenomen oordelen over zakenlieden. Die zullen wel veel geld hebben en lid zijn van een rechtse politieke partij. Dit in tegenstelling tot muzikanten waarvan men denkt dat ze altijd lang uitslapen en niets uitvreten. En natuurlijk zo links zijn als ik weet niet wat.
Zeker is dat een goede zakenman van elke politieke kleur kan zijn en veel of weinig geld kan bezitten. Een goede zakenman kan ook net zo goed een vrouw zijn natuurlijk.
Zaken doen gaat niet om het bezitten van geld of goederen, maar het verdienen van geld, ofwel het vermeerderen van de waarde van goederen.
Wanneer begint een zakenman goed te zijn?
Er zijn diverse manieren om winst te maken. De eenvoudigste manier is iets massaal, en dus goedkoop, inkopen en gedetailleerd, dus duurder, weer verkopen. Dat is precies wat iedere winkelier en detaillist doet, goedkoop inkopen, duurder verkopen. Dat maakt nog geen goede zakenman.
Er zijn in deze situatie namelijk twee partijen, die in feite elkaars tegenstander zijn want de waarde van het product of van de producten is niet toegenomen, maar ze kosten de eind-cliënt wel meer geld.
Waarde toevoegen
Een goede zakenman voegt waarde toe aan het product dat hij verkoopt. Nu zijn er opeens niet meer twee tegenstanders in het economische rekensommetje maar twee gelijkwaardige partijen die allebei iets verdienen aan de transactie.
De verkoper en goede zakenman heeft iets ingekocht voor een billijke prijs, daar waarde aan toegevoegd en dat nieuwe geheel weer verkocht. De prijs van het verkochte product is hoger dan die van het ingekochte product, maar er is ook meerwaarde ontstaan.
De koper, ook een goed zakenman in dit optelsommetje heeft ook winst gemaakt. Hij heeft een product ingekocht met meer waarde en nog steeds voor een billijke, hogere prijs.
Toegevoegde waarde
Een goed voorbeeld van toegevoegde waarde, en goede zakenlieden, zijn een meubelmaker en een woninginrichter in het onderstaande voorbeeld. De meubelmaker koopt materialen en grondstoffen in en vormt die om tot meubels. De toegevoegde waarde komt voort uit de kennis, kunde en het vakmanschap van de meubelmaker.
Een woninginrichter koopt meubels in bij de meubelmaker, ontwerpt en vormt daarmee een nieuwe inrichting in de woning van zijn cliënt. De toegevoegde waarde komt ook bij hem voort uit kennis, kunde en vakmanschap. De eind-client betaald de woninginrichter voor de diensten, maar ook voor de meubels. Alle drie de betrokken personen hebben een voldaan gevoel bij deze transactie.
(c) foto SEOPlanter